Wanneer een trein het station nadert, is het de bedoeling dat de loc vaart mindert. Met een eenvoudige schakeling is dit te realiseren.

Heb jij tips of aanvullingen, voeg dan onder aan de pagina jouw reactie toe.

Werking

De vertragingsschakeling voorkomt dat we dit handmatig moeten regelen. Deze schakeling is heel eenvoudig. Het stationsemplacement (S) wordt door twee isolatoren (I) in de middenrail gescheiden van de aangrenzende sporen (A). Door twee antiparalel geschakelde diodes van 3A tussen het stationsemplacement en de aangrenzende sporen te schakelen wordt de spanning verkleind en gaat de trein automatisch langzamer rijden wanneer hij het station binnenkomt.

vertraging

A               I                                       S                                 I      A

Ook het vertrek gaat een stuk rustiger op het stationsemplacement (S). Wanneer de loc weer achter de isolator op het aangrenzende spoor (A) komt, trekt hij weer aan tot de ingestelde snelheid op de trafo.
Het hangt een beetje van de voorkeursnelheid op de normale trajecten af hoeveel de loc moet worden vertraagd bij het station. Mogelijk dat twee antiparallele diode-paartjes in serie moeten worden geschakeld. Ook kan worden gekozen voor een variabele weerstand van 10 Ohm, 30 Watt om de vertraging fijner te kunnen instellen.
Aangezien niet elke loc (vooral de oudere types) even snel op een bepaalde spanning rijden, is het goed om een zodanig gemiddelde vertraging te kiezen (met diodes of regelbare weerstand) dat alle locs een prettig vertraging laten zien. Een oudje gaat wat langzamer, een jonger exemplaar wat pittiger.